De nieuwe Omgevingswet
gaat de wetten voor de leefomgeving bundelen en moderniseren.
Omgevingswet
De nieuwe Omgevingswet gaat de wetten voor de leefomgeving bundelen en moderniseren. Artocon houdt het nieuws hieromtrent nauwlettend in de gaten en middels (online) cursussen wordt kennis hoog gehouden.
De Omgevingswet heeft ten aanzien van de huidige wetgeving vier verbeterdoelen:
Inzicht
Het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het Omgevingsrecht.
Samenhang
Een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving in beleid, besluitvorming en regelgeving.
Flexibiliteit
Het vergroten van bestuurlijke afwegings-ruimte door een actieve & flexibele aanpak voor het bereiken van de doelen.
Versnellen
Het versnellen en verbeteren van besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving.
Zes kerninstrumenten
De Omgevingswet is gericht op gebiedsgericht beheer en het ontwikkelen van de fysieke leefomgeving. Daar horen ook nieuwe instrumenten bij. Om de zorg voor de fysieke leefomgeving mogelijk te maken kent de Omgevingswet verschillende (kern)instrumenten:
omgevings
visie
algehele
programma
Decentrale
regels
Algemene rijksregels
omgevings vergunning
project
besluit
Omgevingsplan
Het uitgangspunt van de Omgevingswet is dat decentrale overheden (gemeenten, waterschappen, provincies) al hun regels over de fysieke leefomgeving bijeenbrengen in één gebiedsdekkende regeling. Dit wordt het omgevingsplan genoemd. Het omgevingsplan is de opvolger van het huidige bestemmingsplan en de beheers-verordening. Het omgevingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad, maar de raad kan de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan delegeren aan het college van burgemeester en wethouders (art. 2.8 Ow).